Op 27 en/of 28 maart organiseert de provincie een groot visonderzoek te Balen

Voor sommige vissoorten in onze waterlopen dienen we op onze tellen te passen. Zo ook op de bovenlopen van de Grote Nete, waar vooral de beekprik, de kleine modderkruiper en de kwabaal het moeilijk hebben de kop boven (onder?) water te houden. De provincie probeert dan ook via tal van maatregelen de leefgebieden van deze soorten te herstellen, te optimaliseren en te verbinden.

Binnen het Europees gesubsidieerde Life-project Most-Keiheuvel wil de provincie een achttal resterende vismigratieknelpunten wegwerken op de Grote Nete en de Kleine Hoofdgracht. Dit Life-project is een samenwerking tussen ANB, Bosgroep Zuiderkempen, Kempens Landschap vzw en de provincie.

Meten om te weten

Om te weten in welke mate de maatregelen effectief de vispopulatie zullen verbeteren en doen toenemen, start eind deze maand een visonderzoek. Hiervoor heeft de provincie het bureau AquaTerra-KuiperBurger (ATKB) aangesteld dat een monitoring zal uitvoeren voor en na de werken. Zij organiseren afvissingen stroomaf- en stroomopwaarts de huidige vismigratieknelpunten. Het onderzoek is een combinatie van elektrovisserij (waarbij men de vissen even verdooft) en fuiken. Hiermee wordt een goed beeld verkregen van de aanwezige vispopulaties.

Na de realisatie van de vispassages zullen opnieuw dezelfde zones onderzocht worden om na te gaan of de vissen nu verder stroomopwaarts kunnen zwemmen. Dit vervolgonderzoek is in 2016-2017 gepland. Rik Röttger kijkt alvast hoopvol uit naar de resultaten: “Deze resultaten zullen gebruikt worden om, indien nodig, de vispassages bij te sturen en bieden ook waardevolle informatie voor toekomstige vismigratiemaatregelen in andere gebieden.”